Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Waarom Hij [47]in alles den broederen moest gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en een getrouw Hogepriester zou zijn, in de dingen, [48]die bij God [te doen waren], om de zonden des volks te verzoenen. 47. Namelijk uitgenomen de zonde, gelijk de apostel daarbij voegt; hfdst.4 vs.15. 48. Namelijk om den mens met God te verzoenen.